Door gegevens van 40.000 bevallingen tussen 1959 en 1966 te vergelijken met de gegevens 100.000 bevallingen tussen tussen 2002 en 2008 zijn onderzoekers tot verrassende inzichten gekomen. Zo blijkt onder andere dat het eerste stadium bij bevallingen tegenwoordig gemiddeld ruim 2,5 uur langer te duren dan 40 jaar geleden. Het eerste stadium van de bevalling is de periode waarin de baarmoederhals zich verwijdt, nog voordat de echte weeën beginnen. Bij moeders die voor de eerste keer bevallen duurt dit ruim 2,6 uur langer. Bij moeders die al één of meerdere bevallingen achter de rug hebben is duurt dit gemiddeld 2 uur langer.
Een ander opvallend verschil is dat kinderen uit de eerste groep (1959-1966) gemiddeld vijf dagen later werden geboren dan in het eerste decennium van deze eeuw. Daarnaast wegen de baby’s tegenwoordig iets meer.
Als oorzaken voor deze opvallende verschillen wordt een aantal punten genoemd. Wellicht is de toename van het aantal vrouwen met overgewicht de belangrijkste oorzaak. Dat overgewicht een nadelig effect heeft op de duur van een bevalling is al langer bekend. De vrouwen uit de jaren ’60 hadden voor hun zwangerschap gemiddeld een BMI (Body Mass Index) van 23. Dit is in 40 jaar behoorlijk toegenomen, want de vrouwen uit de recente groep hadden gemiddeld een BMI van 24,9. Een BMI boven 25 wordt algemeen beschouwd als overgewicht.
Een andere belangrijke factor was de leeftijd van de moeders. Hoe hoger de leeftijd van de moeder, des te langer de bevalling (gemiddeld) duurt. De moeders uit het begin van deze eeuw bleken gemiddeld 4 jaar ouder ten tijde van de bevalling.
Tenslotte heeft het toedienen van epidurale injecties (pijnbestrijding) invloed op de duur van de bevalling. Toepassing van epidurale anesthesie is fors toegenomen. In de vroege jaren ’60 werd slechts in 6% van de gevallen naar dit middel gegrepen. Tegenwoordig bij meer dan 50% van de bevallingen.
Al bij al zijn deze cijfers behoorlijk alarmerend te noemen. Zeker omdat het aantal vrouwen met overgewicht en het aantal vrouwen dat pas op latere leeftijd aan kinderen begint de laatste jaren explosief stijgt.
De toename van het aantal keizersnedes is een teken aan de wand. Tegenwoordig komt 12% van de kinderen middels een keizersnede ter wereld, tegen slechts 3% in 1960. Natuurlijk is het zo dat men tegenwoordig makkelijker naar dit middel grijpt, maar in een toenemend aantal gevallen is er sprake van pure noodzaak.
Het onderzoek werd uitgevoerd door de University of Utah in samen werking met het NICHD (National Institute of Child Health and Human Development) dat beschikte over de voor dit onderzoek benodigde gegevens.